Unieke gedenksteen als KNIL-eerbetoon in Tiel

Gepubliceerd op: dinsdag 2 april, 2019
Met deze tekst is het idee van oom Max Taihuttu ontstaan voor deze unieke gedenksteen als KNIL-eerbetoon, ook voor onze ouders en grootouders Hurariu Anaï in Nederland. De gedenksteen met bronzen plaat bevindt zich vanaf eind april 2019 in het historische hart in het stadscentrum van Tiel naast de St. Maartenkerk uit de 16e eeuw.

Waarom deze gedenksteen?

(door Max Taihuttu)

Op 3 maart 1599 meerde het eerste Nederlandse schip onder bevel van kapitein Wybrant van Warwyck in de baai van Ambon. Dit was het allereerste contact tussen Nederlanders en Molukkers, dat 420 jaar geleden plaatsvond. Terwijl in Nederland de 80-jarige Oorlog tegen de Spanjaarden woedde, werd in 1599 reeds de basis gelegd voor de Molukse aanwezigheid in Tiel. De Nederlanders waren, naast andere Europese mogendheden, op zoek naar  Molukse specerijen, zoals kruidnagelen, nootmuskaat en kamperfoelie. In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht, die o.a. met de handel op de Molukken de Gouden Eeuw liet aanbreken in Nederland. De Nederlanders verdreven de Portugezen pas in 1605 definitief van de Molukken en voerden het Protestantisme op calvinistische leest in. Eind 18e eeuw ging de VOC failliet en kwamen haar bezittingen in Indië in handen van de Nederlandse staat. Een periode van verdere Nederlandse kolonisatie brak aan in de Indonesische archipel. De Nederlanders hadden soldaten nodig om de overige eilanden onder Nederlands gezag te brengen. Op 14 september 1814 werd hiervoor het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) opgericht. Mede vanwege het christelijk geloof werden op Ambon de eerste soldaten gerekruteerd voor het KNIL. Vanaf 1814 streden en sneuvelden Molukse KNIL-soldaten samen met Nederlandse soldaten.

Vanwege de rijke oliebronnen in Nederlands-Indië viel Japan in januari 1942 het grote eilandenrijk aan. Het KNIL verzette zich heldhaftig, maar de Japanse overmacht was te groot. In de Slag in de Javazee op 27 februari 1942 ging Schout-bij-nacht Karel Doorman met zijn slagschip “De Ruyter” ten onder en ook de ” Kortenaer” verdween in de Javazee. Nederlandse en Molukse marinemensen vonden samen hun zeemansgraf in deze zee!
Op 8 maart  1942 capituleerde het KNIL, waarna Japan met name Nederlanders, Molukkers en Indische Nederlanders aan een schrikbewind onderwierp. Militairen en burgers stierven door ontberingen en mishandelingen in Jappenkampen o.l.v. wrede Japanse kampcommandanten. Nederlandse en Molukse KNIL-militairen werden ook overgebracht naar Birma en velen stierven bij de aanleg van de beruchte spoorlijn. Onthoofdingen van gevangen genomen KNIL-militairen en verzet plegende burgers waren schering en inslag bij deze wrede bezetters!

Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 proclameerde Soekarno de Republiek Indonesia, los van de Staat der Nederlanden. Hierop brak een tijd aan van wanorde en strijd tussen het Nederlandse gezag en de Indonesische nationalisten. In deze z.g. Bersiap-tijd werden vrijgekomen Molukse KNIL-militairen in 1945 ingezet om de Nederlandse, Molukse, Indische en Chinese burgers te beschermen. Nederland zond ook dienstplichtigen naar Indonesië, waarvan velen het leven lieten o.a. de Tielenaren F. Ditmer, J. van Hensbergen, A.J. van de Kop en P. Mak. Naast het monument ligt een gedenksteen ter nagedachtenis aan deze 4 dienstplichtige militairen. Zeven Nederlandse Erevelden bevinden zich op Java, waar duizenden Nederlandse KL-militairen en Molukse KNIL-militairen en burgers zijn begraven.

Na onderhandelingen tussen Nederland en de Soekarno-regering vond op 27 december 1949 in den Haag de soevereiniteitsoverdracht plaats aan de Verenigde Staten van Indonesië in een Unie met Nederland, met als Hoofd Koningin Juliana. Soekarno echter rolde de ene na de andere deelstaat op, waarop de Molukkers op 25 april 1950 de Vrije Republiek der Zuid-Molukken uitriepen. Het KNIL werd op 26 juli 1950 ontbonden, waarna de KNIL-militairen de KL-status kregen.

Deze militairen werden voor de keus gesteld: Overgaan tot het Indonesische leger (TNI) of demobiliseren op Java. Demobiliseren op Ambon of Nieuw-Guinea werd geweigerd vanwege de RMS. Uiteindelijk werden op landelijk dienstbevel 4000 Molukse militairen met hun gezinnen overgebracht naar Nederland voor een “tijdelijk verblijf van 6 maanden”.
De eerste groep arriveerde op 21 maart 1951 met de “Kota Inten” in de Rotterdamse haven. Tijdens de overtocht naar Nederland met 11 schepen kregen de Molukse militairen hun ontslagbrief aangereikt. Na de medische keuring in Amersfoort werden de Molukkers verspreid over Nederland en ondergebracht in voormalige concentratiekampen en z.g. DUW-kampen.
In Tiel werden de Molukkers ondergebracht in de lege villa ” Elzenpasch” en het voormalige DUW-kamp “Schutsluizen” aan de Grote Burgse Grintweg.
In 1961 verhuisden de Tielse Molukkers naar nieuwe woningen in Tiel-West. Vanuit de woonoorden Vught, Randwijk, IJsseloord, Teuge, Heythuizen en Tungelroy verhuisden eveneens Molukkers naar Tiel-West.

De Molukse historie en het KNIL-verhaal van onze ouders onderstrepen onze gemeenschappelijke geschiedenis, die vandaag in Tiel op een bijzondere plek symbolisch verankerd ligt als “de vaste rots van ons behoud”.

Na een droeve episode uit hun leven zijn zij al lang niet meer onder ons. Maar in de toekomst zullen hun nazaten, waarvan velen wellicht met een blank uiterlijk, op deze plek de gedenksteen kunnen aanwijzen als ontbrekend deel in de Vaderlandse geschiedenis en vooral als hun oorsprong uit Maluku.

Dank aan de Gemeente Tiel en het Tielse 4 mei Comité, omdat Nederlanders en Molukkers op 4 mei 2019 voor de eerste keer gezamenlijk de Nationale Dodenherdenking zullen houden. En ook in de hierop volgende jaren!
Uniek in Nederland?


terug naar Nieuws